door Jolanda Goossensen
Inleiding
Op deze blog vindt u een verslag over conceptontwikkeling, tevens gemaakt door ons, studenten communicatie aan hogeschool Inholland te Rotterdam, voor het vak ‘Trendwatcher- Conceptontwikkelaar’ .We bespreken achtereenvolgens belangrijke concepten van nu en het verleden. Tevens komen er in een aantal verslagen ook foute concepten voor en beschrijft ieder van ons één belangrijke ontwerper/conceptontwikkelaar. Allereerst beschrijven wij de algemene theorie rondom conceptontwikkeling.
Concept
Als definitie van concept geeft de Dikke Van Dale aan 1 ontwerp, voorlopige formulering van een wet, een brief enz. => kladje, praatstuk 2 wijsgerig begrip 3 ter aanduiding dat het door het tweede lid genoemde voorlopig geformuleerd is. Dit geeft dus aan dat een concept nog geen definitieve inhoud bevat. Er mogen veranderingen in aangebracht worden.Een concept van een bepaald product of dienst geef een soort richtlijn aan, een ontwerp, een idee van de bedenker. In het boek Imagineering wordt het begrip concept beschreven als een “subjectieve tussenstap tussen droom en daad”. Van belang is om een goede inhoud aan het concept te geven, zorgen voor een goed communiceerbaar concept en bovendien iets wat voor zich zelf spreekt!
Conceptontwikkelaars
Concepten kunnen eigenlijk door iedereen bedacht worden, maar meestal gebeurt dit door conceptontwikkelaars. Zij hebben de sociale contacten en middelen die nodig zijn om een concept te ontwikkelen en te verkopen. Het kan zijn dat de opdracht van een extern bedrijf komt waardoor de conceptontwikkelaar dus al enige richtlijnen krijgt met betrekking tot de doelgroep of andere zaken die van belang zijn voor de onderneming. Ook kan het natuurlijk voorkomen dat de conceptontwikkelaar zelf, zonder opdracht, concepten ontwikkeld en probeert op de markt te verkopen. Er zijn dan geen beperkingen en richtlijnen waar het product aan moet voldoen, wat zorgt voor veel vrijheid voor de ontwerper.
Sterke en zwakke concepten
Er zijn sterke en zwakke concepten. Een sterk concept is betekenisvol, onderscheidend en heeft vooral uithoudingsvermogen. Een concept moet ook gemakkelijk communiceerbaar zijn door de verschillende media om te zorgen voor bewust wording van de consument. Meestal wordt er op een bepaald gevoel ingespeeld, door de benadrukking van bepaalde dingen gaan mensen er over nadenken en wordt het concept dus betekenisvol voor de consument. Zwakke concepten missen daarentegen het uithoudingsvermogen en de communiceerbaarheid. Deze concepten zullen minder goed lopen doordat mensen ze minder interessant vinden, of omdat ze het niet snappen.
Conceptrecht
Een concept kun je beschermen door er een eigendomsrecht aan te verbinden. Een eigendomsrecht is het volledigste, hoogste recht van gebruik en beschikking. Er zijn drie manieren om een eigendomsrecht aan je concept te verbinden.
Op deze blog vindt u een verslag over conceptontwikkeling, tevens gemaakt door ons, studenten communicatie aan hogeschool Inholland te Rotterdam, voor het vak ‘Trendwatcher- Conceptontwikkelaar’ .We bespreken achtereenvolgens belangrijke concepten van nu en het verleden. Tevens komen er in een aantal verslagen ook foute concepten voor en beschrijft ieder van ons één belangrijke ontwerper/conceptontwikkelaar. Allereerst beschrijven wij de algemene theorie rondom conceptontwikkeling.
Concept
Als definitie van concept geeft de Dikke Van Dale aan 1 ontwerp, voorlopige formulering van een wet, een brief enz. => kladje, praatstuk 2 wijsgerig begrip 3 ter aanduiding dat het door het tweede lid genoemde voorlopig geformuleerd is. Dit geeft dus aan dat een concept nog geen definitieve inhoud bevat. Er mogen veranderingen in aangebracht worden.Een concept van een bepaald product of dienst geef een soort richtlijn aan, een ontwerp, een idee van de bedenker. In het boek Imagineering wordt het begrip concept beschreven als een “subjectieve tussenstap tussen droom en daad”. Van belang is om een goede inhoud aan het concept te geven, zorgen voor een goed communiceerbaar concept en bovendien iets wat voor zich zelf spreekt!
Conceptontwikkelaars
Concepten kunnen eigenlijk door iedereen bedacht worden, maar meestal gebeurt dit door conceptontwikkelaars. Zij hebben de sociale contacten en middelen die nodig zijn om een concept te ontwikkelen en te verkopen. Het kan zijn dat de opdracht van een extern bedrijf komt waardoor de conceptontwikkelaar dus al enige richtlijnen krijgt met betrekking tot de doelgroep of andere zaken die van belang zijn voor de onderneming. Ook kan het natuurlijk voorkomen dat de conceptontwikkelaar zelf, zonder opdracht, concepten ontwikkeld en probeert op de markt te verkopen. Er zijn dan geen beperkingen en richtlijnen waar het product aan moet voldoen, wat zorgt voor veel vrijheid voor de ontwerper.
Sterke en zwakke concepten
Er zijn sterke en zwakke concepten. Een sterk concept is betekenisvol, onderscheidend en heeft vooral uithoudingsvermogen. Een concept moet ook gemakkelijk communiceerbaar zijn door de verschillende media om te zorgen voor bewust wording van de consument. Meestal wordt er op een bepaald gevoel ingespeeld, door de benadrukking van bepaalde dingen gaan mensen er over nadenken en wordt het concept dus betekenisvol voor de consument. Zwakke concepten missen daarentegen het uithoudingsvermogen en de communiceerbaarheid. Deze concepten zullen minder goed lopen doordat mensen ze minder interessant vinden, of omdat ze het niet snappen.
Conceptrecht
Een concept kun je beschermen door er een eigendomsrecht aan te verbinden. Een eigendomsrecht is het volledigste, hoogste recht van gebruik en beschikking. Er zijn drie manieren om een eigendomsrecht aan je concept te verbinden.
- Patent/ octrooi.
Je kunt patent op een ontwerp aanvragen. Alleen dit wordt veel gebruikt voor uitvinden en niet zo gauw voor concepten. - Merkrecht
Bij het merkrecht gaan we altijd uit van een merk dat geregistreerd moet worden. Dit kan bij bijvoorbeeld het bureau Benelux merken. Het merkbureau kijkt daarbij of het merk niet misleidend is, maar of het wel onderscheidend is, het moet dus wel iets eigens zijn en niet iets algemeens zijn. Vervolgens wordt het merk gedeponeerd, waarbij eventueel een onderzoek kan worden aangevraagd of het merk niet al bestaat. Het merk moet wel binnen vijf jaar gebruikt worden, omdat het recht ven gebruik van het merk anders vervalt. Er kan worden gekozen tussen een internationale merkregistratie (wereldwijd) en een Europese merkbescherming. De wereldwijde bescherming kan wel veel meer kosten dan een Europese, bovendien kan de wereldwijde registratie in de eerste vijf jaar nog gevaar lopen, omdat het merk na vijf jaar niet landelijk verloopt, maar wereldwijd. Het merk wordt ingeschreven in een bepaalde categorie, bijvoorbeeld parfums, shampoo of auto’s. Als er een winkelier of bedrijf is die het merk al gebruikt, langer dan dat de aanvrager dat doet, dan krijgt de winkelier voorrang. Hiermee is het zo dat de bedrijven en winkeliers beschermd worden als ze hun bedrijfsnaam niet als merk hebben vastgelegd. Indien de bedrijven zeer veel van elkaar verschillen en niet in dezelfde categorie zitten, dan kan het mogelijk zijn dat beide bedrijven het merkrecht krijgen toegewezen. - Auteursrecht
Bij een auteursrecht moet altijd iets geuit worden, dit kan vastgelegd worden door er een stempel op te laten zetten met de datum erop vermeld. Dit kan voor een klein geldbedrag (3 euro) al gedaan worden bij het belastingkantoor. Hiermee is het dus zo dat je dan zeker van bent dat je een recht hebt en dat de datum daarvan vast staat. Het recht dat je daarmee verkrijgt is het recht om wijzigingen in je werk aan te brengen, maar ook om het werk te exploiteren en het openbaar te maken. Dit recht vervalt pas 70 jaar nadat de maker (degene die het auteursrecht in handen heeft) overlijdt. Indien het werk bijvoorbeeld op het internet wordt geplaatst zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, dan is de provider van de site verplicht het werk eraf te halen. Het auteursrecht wordt namelijk geschonden en de provider is hiervoor aansprakelijk.
--------------------------------------------------------------------------------
Bronnen: 'Imagineering' van Nijs en Peters en 'Concepting' van Jan Rijkenberg
No comments:
Post a Comment